submenu

10 vragen - 4. Welke taal in bedrijven en ziekenhuizen?

4. Welke taal spreken de bedrijven en ziekenhuizen?

Bedrijven mogen in hun externe contacten de taal gebruiken die ze willen. Alleen het taalgebruik binnen het bedrijf en in officiële documenten is wettelijk geregeld. Dat moet gebeuren in de streektaal, al mogen er altijd vertalingen zijn en is dat soms zelfs verplicht. Ook ziekenhuizen kunnen de taal gebruiken die ze zelf willen. Alleen in Brussel moeten de openbare ziekenhuizen de patiënten zowel in het Nederlands als in het Frans te woord kunnen staan. De spoeddiensten moeten in alle Brusselse ziekenhuizen tweetalig zijn.

'In het bedrijfsleven in Vlaanderen is er vrijheid van taalgebruik.'

BEDRIJVEN IN VLAANDEREN

In het bedrijfsleven in Vlaanderen is er vrijheid van taalgebruik. Zowel bedrijven als hun werknemers mogen in beginsel de taal gebruiken die ze willen, ook in hun externe communicatie. Regels zijn er alleen voor officiële documenten en voor het taalgebruik binnen de onderneming. Ook niet-commerciële ondernemingen vallen onder deze regeling. Voor bedrijven in Vlaanderen betekent dat dat schriftelijke en mondelinge mededelingen van het bedrijf aan de werknemers, maar ook handleidingen en waarschuwingsborden binnen het bedrijf, in het Nederlands opgesteld moeten zijn. Dat geldt ook voor officiële documenten, zoals facturen, loonfiches en arbeidscontracten. Die documenten mogen wel vertaald worden, al blijft de Nederlandstalige versie de enige officiële.

Wat niet geregeld is, is alle andere communicatie die een bedrijf voert. Die mag in andere talen, zowel voor de mondelinge als voor de schriftelijke communicatie. Een bedrijf kan dus gerust brieven in het Duits versturen of klanten in het Portugees ontvangen. Een bedrijf kan werknemers zelfs verplichten om een andere taal te gebruiken. Ook gesprekken tussen de werknemers onderling hoeven niet in het Nederlands, zolang er geen hiërarchische band bestaat. Een chef moet wel zijn ondergeschikte in het Nederlands aanspreken, omgekeerd hoeft dat niet.

Ook in reclame is er vrijheid van taalgebruik, voor zover het om reclame van privébedrijven gaat. Reclamefolders en affiches mogen in andere talen. De inwoners van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse overheid appreciëren het wel als enkel het Nederlands gebruikt wordt voor reclameboodschappen, als uiting van respect voor de regio. Een kwestie van taalhoffelijkheid. Anders is het voor reclame die uitgaat van een officiële instantie. Advertenties, folders, radio- en televisiespots in Vlaanderen moeten verplicht in het Nederlands.

BEDRIJVEN IN BRUSSEL EN DE FACILITEITENGEMEENTEN

In Brussel en de faciliteitengemeenten gelden andere regels. Beknopt komen die hierop neer:

  • Enkel commerciële bedrijven vallen onder de taalregeling, een non-profitorganisatie niet.
  • Voor de officiële documenten kunnen bedrijven in Brussel kiezen tussen het Nederlands en het Frans. Die documenten mogen ook in beide talen opgesteld zijn. In de faciliteitengemeenten gebruiken de bedrijven het Nederlands.
  • In de schriftelijke communicatie met het personeel moeten bedrijven die in Brussel gevestigd zijn het Nederlands of het Frans gebruiken, afhankelijk van de taal van de werknemer. Tweetalige loonfiches kunnen niet. In de faciliteitengemeenten gebruiken de bedrijven het Nederlands. Vertalingen zijn mogelijk.
  • Voor de mondelinge communicatie met het personeel bestaan er geen regels.

VACATURES EN SOLLICITATIEGESPREKKEN

Voor vacatures gelden er geen taalregels. Werkaanbiedingen in het Frans of het Engels zijn perfect mogelijk. Een vacature wordt niet beschouwd als een relatie tussen werkgever en werknemer, waardoor er geen beperkingen kunnen worden opgelegd.

Voor een sollicitatiegesprek is dat anders. Op dat moment is er wel sprake van een sociale betrekking. Strikt genomen moeten sollicitatiegesprekken in Vlaanderen in het Nederlands, al kan een werkgever altijd ‘testen’ of een sollicitant andere talen spreekt.

Voor bedrijven of openbare instellingen die in opdracht van de overheid werken, geldt de bestuurstaalwetgeving. Ze gebruiken de taal of talen van de opdrachtgevende overheid, maar een plaatselijke vestiging van een overheidsbedrijf kan enkel de taal van het gebied gebruiken. Het gaat onder meer over de openbare vervoersmaatschappij De Lijn (Nederlands), de NMBS (SNCB) (Nederlands-Frans-Duits), de MIVB (STIB) (Nederlands-Frans), BPost (Nederlands-Frans-Duits), Kind & Gezin (Nederlands), Belgacom (Nederlands-Frans-Duits). De centrale dienstverlening van deze bedrijven volgt de taalregeling van de overheid waarvan ze afhangen. Het postkantoor in Overijse mag enkel het Nederlands gebruiken, maar de Vlaamse openbare vervoersmaatschappij De Lijn moet in Brussel ook het Frans gebruiken.

ZIEKENHUIZEN

Ziekenhuizen en rusthuizen zijn niet wettelijk verplicht om patiënten in hun eigen taal aan te spreken. Ook in Brussel geldt die verplichting niet voor privéziekenhuizen en universitaire ziekenhuizen. Voor openbare ziekenhuizen (OCMW-ziekenhuizen) ligt dat anders. Alle openbare ziekenhuizen in Brussel moeten patiënten zowel in het Nederlands als in het Frans kunnen bedienen, en ze moeten alle documenten en briefwisseling in de beide talen kunnen geven. Dezelfde redenering gaat op voor de rusthuizen. De Brusselse privérusthuizen zijn niet wettelijk verplicht om het Nederlands te gebruiken, de openbare rusthuizen wel.

Bij de spoeddienst is de regel strenger. Alle spoeddiensten in Brussel, ook die van de privéziekenhuizen, moeten een tweetalige dienstverlening garanderen. Op elke Brusselse spoeddienst moet men jou dus in het Nederlands en in het Frans kunnen helpen.