submenu

10 vragen - 10. Waarom geen minderhedenverdrag?

10. Waarom wil Vlaanderen het minderhedenverdrag niet ratificeren?

België heeft het minderhedenverdrag nog niet geratificeerd. Dat komt omdat het Vlaams Parlement het verdrag nog niet heeft goedgekeurd. Vlaanderen heeft geen probleem met de geest van het verdrag maar vreest dat Franstaligen die in Vlaanderen wonen dat verdrag zullen aangrijpen om bijkomende rechten af te dwingen, terwijl zij volgens het Vlaams Parlement niet als minderheid beschouwd kunnen worden.

HET MINDERHEDENVERDRAG

Het minderhedenverdrag is er gekomen op initiatief van de Raad van Europa, enkele jaren na de val van de Berlijnse Muur. Omdat enkele staten uiteenvielen, en burgers daardoor van de ene dag op de andere een andere nationaliteit kregen, dreigden de nationale spanningen in Oost- en Centraal-Europa op te laaien. De Raad van Europa wilde dat verhinderen door de lidstaten te verplichten nationale minderheden extra bescherming te geven. De lidstaten moeten er volgens het verdrag onder meer voor zorgen dat de erkende minderheden toegang hebben tot de media, onderwijs in de eigen taal kunnen volgen en in hun contacten met de overheid de eigen taal kunnen gebruiken, zodat hun cultuur en identiteit behouden blijft.

HET MINDERHEDENVERDRAG IN BELGIË

De Belgische federale regering ondertekende op 31 juli 2001 het verdrag in het kader van een breder communautair akkoord (het Lambermontakkoord), zij het met enkele nuanceringen. Die komen er op neer dat het verdrag geen afbreuk mag doen aan de grondwettelijke bepalingen en aan de taalwetten. Om het minderhedenverdrag door België te laten ratificeren moeten ook de deelstaatparlementen hun goedkeuring geven. Vlaanderen weigert dat, waardoor ons land het minderhedenverdrag nog niet geratificeerd heeft.  De discussie spitst zich toe op de vraag of de Franstaligen die in Vlaanderen wonen, beschouwd kunnen worden als een minderheid zoals die in het minderhedenverdrag bedoeld wordt.

De Vlaamse Regering verklaarde in 1997 al het verdrag slechts te willen ondertekenen als in ons land noch de Nederlandstaligen noch de Franstaligen als nationale minderheid beschouwd kunnen worden. Beide gemeenschappen zijn volgens de Vlaamse Regering dominant in het eigen taalgebied en minderheden in het andere gewest maar evenwaardig in de federale structuren en in het tweetalige Brussels Hoofstedelijk Gewest. 

In een bijkomende resolutie gaf de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa in 2002 echter aan dat het begrip nationale minderheid ook zou slaan op regionale minderheden, met andere woorden de Nederlandstaligen in Wallonië en de Franstaligen in Vlaanderen. In het Vlaams regeerakkoord van 2014 staat de nadrukkelijke verklaring dat de meerderheidspartijen het verdrag niet zullen ratificeren. Deze terughoudendheid heeft niets te maken met de geest van het verdrag, maar alles met de mogelijke impact ervan op de communautaire verhoudingen in het land. De huidige institutionele inrichting en taalwetgeving is het resultaat van een historisch compromis. In de Belgische staatsstructuur werden reeds diverse mechanismen ingebouwd om de minderheden te beschermen, onder meer de bijzondere meerderheden, de alarmbelprocedure, de belangenconflicten, de paritaire samenstelling van de hoogste rechtscolleges (Hof van Cassatie, Raad van State en Grondwettelijk Hof) en de pariteit in de federale en Brusselse regering.  

HET MINDERHEDENVERDRAG IN ANDERE LANDEN

Behalve België ratificeerden ook Luxemburg, IJsland en Griekenland het verdrag niet. Andorra, Frankrijk, Monaco en Turkije ondertekenden noch ratificeerden het tot op heden.